Universal Design for Learning: 4 misverstanden

Universal Design for Learning: de term zoemt al een paar jaar rond in onderwijsland, maar wat is het nu concreet? Orthopedagoog en lerarenopleider Lies ontkracht 4 misverstanden. En leraar Valerie vertelt hoe ze UDL toepast in het zesde leerjaar.

 Kevin Faingnaert

 

Lies Vanpeperstraete – orthopedagoog en lerarenopleider: “Zolang leerlingen hetzelfde doel bereiken, maakt het niet uit hoe ze daar komen.”

Misverstand 1: UDL is 1 manier van lesgeven voor iedereen

Lies Vanpeperstraete: “Universal Design for Learning wil niet zeggen: 1 manier van lesgeven die werkt voor de hele klas. Dat zou onrealistisch zijn, want mensen leren op verschillende manieren. De een leert het meeste door te lezen, een ander door te luisteren en een derde door te doen. Weer anderen pikken het meeste op via beelden over verhalen.”

“Universal Design for Learning vraagt wel dat jij je les zo organiseert, dat de hele klas die zonder (veel) redelijke aanpassingen kan volgen. Je biedt de leerstof op verschillende manieren aan en laat je leerlingen die ook op verschillende manieren verwerken. Om de motivatie te verhogen, hou je bovendien rekening met de verschillende interesses van je leerlingen. Zolang je leerlingen hetzelfde lesdoel bereiken, maakt het niet uit hoe ze daar komen.”

UDL in de klas van Valerie: wereldoriëntatie

 Katoo Peeters

Leerlingen tonen het resultaat van hun werk aan hun klasgenoten. Zo komt de leerstof automatisch op verschillende manieren aan bod.

Probleem: bij een klassieke WO-les haakt de helft van de klas af

“Een educatieve video, gevolgd door een onderwijsleergesprek en een werkbundel. Zo pakte ik mijn WO-lessen vroeger aan. Ik deed mijn best om het zo leuk mogelijk te maken, maar toch bereikte ik alleen de geïnteresseerde en taalvaardige leerlingen.”

UDL-oplossing: leerlingen geven elkaar les over een onderwerp naar keuze

Valerie Willems: “Wereldoriëntatie is voor mij hét vak om met UDL te experimenteren. Ik kies een thema en geef mijn leerlingen de lesdoelen en een paar kernbegrippen mee – enkele figuren uit de Oudheid, bijvoorbeeld. Vervolgens laat ik ze in groepjes een lesje uitwerken voor elkaar.”

De leerlingen kiezen zelf rond welke figuur ze willen werken en hoe. Sommigen doen graag een spreekbeurt over Julius Caesar, anderen maken liever een werkstuk. Maar een animatiefilmpje van een veldslag kan ook, of een toneelstuk over Caesar en Cleopatra. Met de app Morfo kunnen ze Caesar zelfs tot ‘leven’ brengen en zijn eigen verhaal laten doen!”

“Omdat we geen handboek voor wereldoriëntatie hebben, zoeken de leerlingen hun informatie zelf via verschillende bronnen. Dankzij onze tablets kunnen ze kiezen tussen lezen, luisteren of een video bekijken. Maar ze weten ook dat je op internet niet altijd de waarheid vindt. Daarom reserveer ik bij de bibbus ook veel materiaal rond het thema.”

“De leerlingen tonen het resultaat van hun werk aan hun klasgenoten. Zo zorg ik er automatisch voor dat de leerstof op verschillende manieren wordt aangeboden: mondeling, schriftelijk, via beelden of verhalen… Komt een lesdoel niet aan bod, dan vang ik dat op met een extra opdracht of educatief spelletje.”

Misverstand 2: Met UDL ontwerp je lesjes op maat

Lies Vanpeperstraete: “Met Universal Design for Learning ontwerp je een les met de hele klas voor ogen, waarbij je meerdere methodes beschikbaar stelt voor iedereen. Een tekst lezen, een podcast luisteren of een video bekijken, bijvoorbeeld. Elke leerling mag uit het aanbod plukken wat hij die les nodig heeft, ongeacht leerproblemen of diagnoses.”

“Het uitgangspunt van Universal Design for Learning is dus helemaal anders dan bij differentiëren. Je focust niet op de unieke leerprofielen van je leerlingen, maar op de leeromgeving: je lesvoorbereiding, klaslokaal en curriculum. Hoe maak je die zo inclusief mogelijk?”

“Je denkt niet: wat heeft Jantje nodig om te leren? En Pietje? Maar: wat heeft mijn klas nodig om te leren? En je ontwerpt een les die geschikt is voor zowel Jantje als Pietje. Barrières voor het leren zoek je ook in de omgeving, waardoor je verwachtingen hoog blijven.”

 Katoo Peeters

De zelfstandige werkers gaan, onder begeleiding van de zorgleraar, aan de slag met een methode naar keuze.

Probleem: de rekenmethode werkt niet voor alle leerlingen

Valerie Willems: “Bij rekenen deelde ik de klas op in niveaugroepen. De zorgleraar hielp de ‘zwakke’ leerlingen. Dat voelde niet alleen stigmatiserend, het was ook weinig effectief. De rekenmethode in ons handboek werkte écht niet voor sommige leerlingen.”

UDL-oplossing: wie wil, mag zelfstandig rekenen met andere methodes

“Nu kiezen mijn leerlingen per les hoe ze willen werken: klassikaal of zelfstandig. In de (mini)klas geef ik les volgens de methode uit het handboek. De zelfstandige werkers gaan, onder begeleiding van de zorgleraar, aan de slag met een methode naar keuze.”

“Sommigen maken zelf opdrachten uit het handboek, anderen oefenen op Bingel. Omdat de methode uit het handboek niet de enige manier is om iets te berekenen, voorzie ik ook QR-codes. Als leerlingen die scannen, krijgen ze een alternatieve, meer visuele uitleg. Ik zorg ook voor veel concreet materiaal, zoals blokjes, spiegeltjes en touw.”

“Leerlingen zitten niet vast aan een groep, maar kiezen per les waar ze behoefte aan hebben. Natuurlijk duurt het even voor ze zichzelf kunnen inschatten: in het begin zat de hele klas bij mij. Inmiddels is het ongeveer fifty-fifty verdeeld. En ik zie de leerwinst!”

Misverstand 3: UDL vraagt grote inspanningen van de leraar

Lies Vanpeperstraete: “Leraren denken vaak dat Universal Design for Learning heel veel tijd, ruimte en geld vraagt. Maar het vraagt vooral vindingrijkheid. Als sommige leerlingen een prikkelarme ruimte willen en anderen liever leren met muziek, hoef je ze niet in aparte lokalen te zetten. Met een paar concentratieschermen en koptelefoons is het probleem ook opgelost.”

“De truc is vooral om klein te beginnen. Met enkele one size fits all-maatregelen speel je in op de leerbehoeften van veel verschillende leerlingen. Als je elke les begint met te vertellen waarom leerlingen iets leren, zijn ze veel gemotiveerder. Moeilijke woorden in je uitleg op het bord schrijven als geheugensteuntje, is ook een goede. En laat leerlingen regelmatig kiezen tussen individueel of groepswerk.”

UDL in de klas van Valerie: structuur

 Katoo Peeters

Leraar Valerie Willems: “Bij taal volgen we het handboek, dat heeft een duidelijke structuur met een vaste kleurcode.”

Probleem: gedragsproblemen

Valerie Willems: “Aan het begin van het schooljaar was mijn klas heel druk. 5 minuten wachten en mijn les was om zeep. Leerlingen zaten in spanning: wat komt er vandaag allemaal op ons af?”

UDL-oplossing: dagschema op het bord

“Mijn UDL-toptip: een bordschema met de structuur van de dag. Welke les doe je wanneer? Welk materiaal hebben de leerlingen nodig? Werken jullie in hoeken, met een contract … Zo’n simpel overzicht geeft leerlingen houvast.”

“UDL is eigenlijk heel gestructureerd. De lessen wereldoriëntatie en rekenen gebeuren altijd volgens hetzelfde principe. Leerlingen weten precies uit welke opties ze kunnen kiezen, waar het materiaal ligt. Bij taal volgen we het handboek, dat heeft ook een duidelijke structuur met bijvoorbeeld een vaste kleurcode voor zinsontleding.”

 

Misverstand 4: Kinderen blijven zich ‘anders’ voelen

Lies Vanpeperstraete: “In een universeel ontworpen leeromgeving moet een leerling met een beperking niet steeds de klas uit. Hij is gewoon deel van de groep, waar sowieso geen enkele leerling precies dezelfde noden heeft. Diversiteit is normaal, we zijn niet bezig met ‘wie mag wat’.”

UDL in de klas van Valerie: welbevinden

 Katoo Peeters

Vanwege de vele tablets valt het niet op als een dyslectische leerling Sprint gebruikt.

Probleem: weinig respect naar klasgenoten

Valerie Willems: “Een van mijn leerlingen heeft een individueel aangepast curriculum. Voor taal zit hij op het niveau van het tweede leerjaar, voor rekenen op het vierde. In de klasgroep kroop hij helemaal in z’n schulp.”

UDL-oplossing: ruimte geven aan individuele talenten

De UDL-aanpak deed mijn leerling openbloeien. Want doordat we zoveel met tablets werken, valt het niet op dat hij Sprint gebruikt als ondersteuning bij zijn dyslexie. In de lessen wereldoriëntatie leeft hij zich creatief uit, want hij kan toneelspelen als de beste.”

“En sinds kort geeft hij tijdens de middagpauze fietsles aan klasgenoten die dat thuis niet geleerd hebben. Geweldig toch, dat hij aan de beste rekenaar van de klas uitlegt hoe je een bocht of helling neemt?

 

Lies Vanpeperstraete is als orthopedagoog en docent verbonden aan de banaba Zorg & Remediëring van de Arteveldehogeschool. Door haar motorische beperking is ze ook ervaringsdeskundige.

Valerie Willems geeft les in het zesde leerjaar van GO! basisschool Op Dreef in Merksem. Haar 12 leerlingen vormen een heel diverse klas, met 22 nationaliteiten en veel verschillen in leertempo. Enkele kinderen volgen les via een individueel aangepast curriculum (IAC).

Op de UDL-website van de Arteveldehogeschool vind je meer informatie en praktijkvoorbeelden, waaronder een video van een WO-les in de klas van Valerie.

 

Dit artikel kwam tot stand in een samenwerking tussen Veranderwijs en Klasse. Klasse is een multimediaal magazine over en voor onderwijs. 

Type locatie:

Comments

Je moet ingelogd zijn om te kunnen reageren