Leraren en onderzoekers maken samen onderwijs

Er is heel wat onderzoek dat zegt wat wérkt in onderwijs. Die informatie gebruiken om een nieuwe school op te starten: dat deed secundaire school Stroom in Leuven. Samen met onderzoekers. Evidence informed onderwijs dus. “Het buikgevoel van de leraar is niet genoeg.”

Directeur Willem Schoors had wat ideeën voor een nieuwe secundaire school op een bierviltje. En een groep leraren van verschillende scholen die vrijblijvend wilden meedenken. “Naïef stapte ik naar de lerarenopleiding van UCLL met een presentatie van 4 dia’s en 1 vraag: Wat kunnen jullie voor ons doen?” Ruth Wouters van het UCLL-expertisecentrum ‘Onderwijs en ontwikkeling’, moest niet lang over nadenken: “Scholen vinden die intensief willen meewerken aan praktijkgericht onderzoek, is niet altijd evident. En scholen die onze inzichten mee in praktijk brengen, dat is helemaal een kans.” De onderzoekers stapten met 2 voeten in het kernteam om een nieuwe school uit te denken én op te volgen.

Boumediene Belbachir

Evidence informed onderwijs met onderzoekers mee aan de brainstormtafel, hoe gaat dat?

Ruth Wouters: “Wij zochten tijdens het hele denkproces mee naar input: wat kunnen jullie leren uit onderwijsonderzoek? Welke pedagogische visies bestaan al? Het kernteam van Stroom kreeg van ons voortdurend huiswerk: lange mails met veel bijlagen om te bestuderen. (lacht) Omgekeerd werden wij ook uitgedaagd om scherp mee te denken.”

Willem Schoors: “Er bestaat zoveel kennis over onderwijs, maar het is als school niet haalbaar om dat allemaal te weten en te lezen. Die bron van wetenschappelijke kennis was van onschatbare waarde voor ons. Het is belangrijk dat leraren niet alleen op hun buikgevoel afgaan.”

Welke keuzes maakten jullie op basis van onderwijsonderzoek?

1. Evaluatie zonder punten

Willem Schoors: “We waren niet tegen punten, maar we voelden dat die geen volledig beeld van de leerling geven: waar staat hij, wat heeft hij geleerd, wat zijn zijn groeimogelijkheden? We wilden dus weten hoe we konden evalueren op doelstellingen. En hoe we ervoor konden zorgen dat leerlingen hun evaluatie begrijpen. Daar hebben Ruth en Ilse ons heel erg mee geholpen.”

Ruth Wouters: “We toonden en bespraken intensief voorbeelden en mogelijkheden van breed evalueren. Want er zijn inderdaad rijkere manieren dan een punt. Uiteindelijk koos de school voor een doelstellingenrapport met woorden en symbolen. De leerlingen en ouders schrijven ook mee aan een leerlingenportret met een uitgebreide kwalitatieve omschrijving. Door samen na te denken over de verschillende functies van evalueren ontstaan er nieuwe mogelijkheden.”

Een uitroepteken betekent doelstelling nog niet bereikt, een vinkje al goed op weg, een duim doelstelling bereikt en een medaille is meer dan bereikt.”

Boumediene Belbachir

2. Vakoverstijgend en zelfsturend lesgeven

Ruth Wouters: “Leerstof als nieuwe Franse woordenschat moet je automatiseren en kan je in een geïsoleerde context memoriseren. Maar uit onderzoek blijkt ook dat je daarmee nog niet vlot kan spreken of schrijven. Zulke vaardigheden leer je net zoals probleemoplossend denken of sociale vaardigheden diepgaander en duurzamer in een vakoverstijgende en authentieke context.”

Willem Schoors: “Daarom zet Stroom sterk in op vakoverstijgend leren. Zo hebben we 10 flexuren waarin de leerlingen wiskunde, Nederlands en Frans krijgen met 2 of 3 klassen en 3 of 4 leraren. De leerlingen krijgen elke week doelstellingen die ze zelfsturend plannen met behulp van hun leraren. Vakexpertise doorgeven blijft uiteraard cruciaal en doen we dus ook tijdens onze flexuren. In onze artistieke vorming gaan we nog verder. De vakken expressie, plastische en muzische opvoeding smelten organisch samen tot 1 project.”

Ruth Wouters: “Ook de theorie over zelfdeterminatie heeft Stroom sterk geïnspireerd. Leerlingen zijn meer gemotiveerd als ze zelf aan het stuur zitten. Natuurlijk moet je hen ondersteunen als leraar in dat proces van leren plannen en zelfstandig werken. want zelfsturing kan je niet zelfgestuurd aanleren. Neurowetenschap leert ons dat het puberbrein nog heel sterk in ontwikkeling is. Als ze slordig zijn, is dat bijvoorbeeld omdat ze nog niet goed kunnen structureren. Die breinkennis krijgen de leerlingen ook mee.”

3. School start om 9 uur

Willem Schoors: “Ik ben zelf een ochtendmens, maar onderzoek leert ons dat de hersenen en slaappatronen van jongeren anders werken. Dus beslisten we om pas om 9 uur te starten. Het effect van dat half uurtje is ongelooflijk. Echt relaxed in vergelijking met mijn vroegere school. De opstartsfeer is minder druk, met minder stress voor leerlingen en leraren. De leerlingen hebben om 8u30 nog een half uur inlooptijd om wat rond te hangen in de klas, leerstof te herhalen of een vraag te stellen aan de leraar.”

Ruth Wouters: “En toch zit iedereen op tijd in de les, zonder bel. Die vraag naar wel of geen bel behandelden we trouwens ook in de kerngroep. Daar bestaat geen onderzoek over, maar je kan de pedagogische vraag wel onderzoekend benaderen: wil je deze vorm van discipinering en is ze nodig?”

Boumediene Belbachir

 

Evidence based is hot. Moet elke school het doen? werken?

Ruth Wouters: “Evidence based komt uit de geneeskunde: uit onderzoek blijkt dat behandeling x het meest effectief is voor patiënt y. Die trend komt ook naar onderwijs onder druk van het efficiëntie- en effectiviteitsdenken. Onderwijs is belangrijk en kost veel geld, dus het moet zo goed mogelijk gebeuren. Maar wetenschap heeft niet de pretentie om een blauwdruk voor dé goede school te maken. Want wat goed is voor de ene school, werkt niet per se in een andere school.”

“Daarom spreken we in onderwijs liever van evidence informed practice. We laten ons informeren door onderzoek, maar we schakelen onze eigen expertise niet uit, integendeel. Wat weten we dat werkt? En welke keuzes maken we daarom? Elke minuut van een les op onderzoek baseren met het oog op maximale effectiviteit, geeft een hallucinant beeld van een school. De visie van een school en hoe ze die in de praktijk brengt is ook cruciaal. Welke rol wil ze in de samenleving spelen? Welke plek wil ze zijn voor haar leerlingen? Op die vragen geeft effectiviteitsonderzoek geen antwoord.”

Willem Schoors: “De onderzoekers zeggen niet wat wij op Stroom moeten doen. Ze geven geen kant-en-klare recepten. Een leraar is geen uitvoerder van onderwijsstudies. Het eigenaarschap ligt uiteindelijk bij de leraren en de school. Zij zijn het die op basis van onderzoek en de schoolvisie keuzes maken. Een andere school zou op basis van hetzelfde onderzoek misschien andere keuzes maken. We moeten niet allemaal dezelfde scholen creëren.”

Waarom blijven de onderzoekers ook na de start betrokken?

Willem Schoors: “We krijgen inderdaad ook nu nog voortdurend feedback. Dat helpt ons om onze kwaliteit te bewaken. Ik hoor liever nu wat we kunnen verbeteren in plaats van over een paar jaar bij een doorlichting.”

Ruth Wouters: “In een vervolgonderzoek volgen we 5 scholen op. Samen kiezen we een aantal focusthema’s bij de leerlingen of de leraren. Zo onderzochten we met een foto-opdracht wat de leerlingen geleerd hebben. Met de leraren focussen we op evalueren. De 5 scholen leren ook veel van elkaar: we gaven bijvoorbeeld workshops over evalueren. Een ongelooflijke meerwaarde voor de interne kwaliteitszorg. Stroom wil goed onderwijs voor hún leerlingen, wij onderzoeken hoe we goed onderwijs voor alle scholen kunnen maken. Een win-win.”

Aan de slag met onderwijsonderzoek? Klascement zet je op weg.

Dit artikel kwam tot stand in een samenwerking tussen Veranderwijs en Klasse. Klasse is een multimediaal magazine over en voor onderwijs. 

Comments

Je moet ingelogd zijn om te kunnen reageren