Digitale zorgleraar: wapen tegen cyberpesten

Cyberpesten bestrijden, leerlingen mediawijs maken en hun privacy leren beschermen in een positief digitaal schoolklimaat. Bert van Leemputte (51) en Hild Dekoninck (44) zijn digitale zorgleraar. Zij lopen daarmee voorop in Vlaanderen. “Maar we dromen dat elke streek zijn eigen digitale zorgnetwerk ontwikkelt zodat we onze krachten kunnen bundelen.” Hoe helpen Bert en Hild hun leerlingen?

Wat doet een digitale zorgleraar (DIZO)?

Bert van Leemputte: “We zijn de straathoekwerkers van het internet. Als digitale zorgleraar zijn we de ideale schakel tussen de leerling, ouders, de leraar en het zorgteam op school. Een voorbeeld: een leerling meldt aan zijn klasleraar dat er foto’s van hem circuleren op Snapchat. Hij voelt zich daar niet goed bij.”

“Dan kan de leraar doorverwijzen naar de digitale zorgleraar met de juiste know-how. Eerst beluister ik het verhaal van de leerlingen die de klacht meldt, en verzamel ik achtergrondinformatie. Pas als er extra begeleiding nodig is, schakel ik de zorgleraar in,of in extreme gevallen de politie. De leerling voelt dat we kort op de bal spelen om hem te begeleiden. Als DIZO ben ik een eerste filter. 85 procent van de gevallen los ik zelfstandig op.”

“We organiseren ook preventiecampagnes en bieden nazorg. In een school in ons netwerk, vloggen ze over mediawijsheid en privacy. Die video’s werken beter dan bijvoorbeeld papieren flyers.”

“Ik geef als digitale zorgleraar ook aan ouders het gevoel dat we hen steunen in de digitale opvoeding van hun kind. Wij organiseren daarom ouderavonden rond cyberpesten, privacy en mediawijsheid.”

Hild Dekoninck: “‘Je vertelt dat toch niet aan mijn ouders?’ vragen de leerlingen. Dan antwoord ik: ‘Eerst luisteren we naar jou, pas de volgende stap is het thuis zeggen.’ Dat kan face-to- face of met een mail of brief, afhankelijk van waar de leerlingen zich het best bij voelen.”

“Daarna luister ik ook naar de dader. Vaak hoor ik: ‘Het was maar om te lachen.’ Ze plaatsen inderdaad emoticons bij hun berichten. Dan praat ik door en geef ik inzicht mee: hoe komt dat over bij de ontvanger? Wat doe je fout? Waarom doe je dat? Wat zit erachter? Joe kan je het beter doen? Maar ik straf nooit.

Jens Mollenvanger

Op welke problemen stoten digitale zorgleraren?

Bert van Leemputte: "Valse accounts van mensen die uit zijn op naaktfoto’s en afpersing, tienerpooiers. En leerlingen die kampen met weerbaarheid en groepsdruk. Als hun peers hen buitensluiten of zwaar aanpakken, slaan ze in paniek. Dan stort hun wereld in. Als je meteen luistert, help je hen al een stuk uit die put.”

Hild Dekoninck: “De communicatiegrenzen van de leerlingen vervagen. Wat ze nooit in een face-to- face-gesprek zouden durven zeggen, typen ze wel in chatvensters naar elkaar. En dat vanaf zeer jonge leeftijd. Ze hebben immers constant internet bij de hand. En dat internet is niet begrensd.”

“Ze maken grove, kwetsende opmerkingen of sturen pikante foto’s door, want die blijven toch maar 10 seconden online, denken ze. Ze tonen zich dan vanuit hun zogezegde veilige plek, hun kamer of de badkamer. Dat voelt vertrouwd. Maar die foto’s en opmerkingen zijn er binnen zes maanden nog, en misschien wel in de verkeerde handen.”

De digitale wereld evolueert snel. Hoe blijf je bij als digitale zorgleraar?

Hild Dekoninck: “‘WhatsApp, wat is dat?’ hoor ik soms nog in de leraarskamer. Je kan uiteraard onmogelijk alles weten en bijhouden wat er op social media speelt. Dan kan ik hen dat uitleggen.”

Bert van Leemputte: “Ik vraag aan mijn leerlingen of ze nog nieuwe apps kennen. Zo krijg je dan in geuren en kleuren de uitleg rond PhotoMath, een app die wiskundeopgaves oplost via de camera van hun smartphone. Of ze tonen hoe ze via 4G in de les op de livestreamingapp Live.ly zitten. Dat doen ze omdat ze ons als vertrouwenspersoon zien. Ik probeer die nieuwe dingen ook uit. Ik heb een Snapchat-account, maar ik gebruik het niet actief.”

Jens Mollenvanger

De digitale zorgleraar bestaat niet officieel. Dat doe je er extra bij?

Bert van Leemputte: “Ik heb 5 Bijzondere Pedagogische Taakuren (BPT) gekregen voor mijn taak als zorgleraar. Zo kan ik bij ernstige gevallen van cyberpesten meteen ingrijpen. In andere scholen binnen ons netwerk schakelen ze de JoJo-startbaner in of werken ze met peters en meters in het zesde jaar. Het zou mooi zijn als het beleid ons daar extra in  ondersteunt. Op het vlak van digitale zorg hinken we serieus achterop.”

Hild Dekoninck: “Digitale zorg verlenen kan je niet alleen. Je directeur, maar ook je lerarenteam moeten mee zijn. Ze moeten beseffen wat er speelt in de digitale wereld, en ze moeten weten dat zij en de leerlingen bij jou terecht kunnen.”

“Daarnaast krijgen we steun van Katrien Abrams, onderwijsconsulent van de stad Turnhout. Zij organiseert netwerkmomenten voor scholen uit de regio Kempen. Dan delen we onze kennis en ervaringen, en hebben we contact met de politiemensen en Gie Deboutte, voorzitter van het Vlaams Netwerk Kies Kleur tegen Pesten. Hij steunt ons met wetenschappelijke inzichten. Die inzichten versterken de mensen rond de tafel en daarmee ook de werking binnen de verschillende scholen.”

“We lossen samen ook conflicten op met leerlingen die vaak van school veranderen, over scholengrenzen heen. Enkele scholen hebben vanuit het overleg gewerkt aan een schoolbeleid rond mediawijsheid.”

“En we houden de vinger aan de pols. Zo werk ik dicht bij de Nederlandse grens. Ik heb meestal drie maanden op voorhand al door welke app straks ‘in’ zal zijn in België.”

Hild Dekoninck (44) is leraar Informatica in de Sport- en Handelsschool Turnhout en Bert van Leemputte (51) is leraar Mavo, natuurwetenschappen, aardrijkskunde in het kOsh Herentals. Ze zetelen samen in de ervaringsgroep DIZO Kempen.

Dit artikel kwam tot stand in een samenwerking tussen Veranderwijs en Klasse. Klasse is een multimediaal magazine over en voor onderwijs. Gebeten door onderwijsvernieuwing? Ontvang het beste van Klasse in je inbox of neem een abonnement op Klasse Magazine.

Type locatie:

Comments

Je moet ingelogd zijn om te kunnen reageren