Visie, vrijheid en vertrouwen.

Hilde Crevits, Vlaams minister van Onderwijs

Debatten rond onderwijsinnovatie worden nog al te vaak in revolutionaire en profetische
bewoordingen gevoerd als zou ons onderwijs vandaag hopeloos achterhaald zijn en ons
onderwijssysteem volledig op de schop moeten. Ons onderwijs wordt in die context dan weggezet als een log en conservatief bastion waar elke poging tot verandering al bij voorbaat wordt afgeschoten door reactionaire vakbonden en conservatieve leraarskamers.

De realiteit op het onderwijsveld geeft echter een heel ander beeld. Als er een ding is dat ik geleerd heb uit mijn talrijke schoolbezoeken als Vlaams minister van Onderwijs, dan is het wel de grote dynamiek en voortdurende vernieuwingsdrang van onderuit. En dan bedoel ik niet blind meelopen met de eerste de beste nieuwe onderwijshype of wild worden van elke grote structuurhervorming, maar wel het bedachtzaam gebruik maken van de pedagogische vrijheid die de overheid biedt om stap voor stap het best mogelijke onderwijsproject uit te tekenen op maat van de eigen leerlingen. Onderwijs verdraagt geen revolutie, maar vereist een voortdurende, zorgzame evolutie.

Deze permanente vooruitgang, deze voortdurende zoektocht naar het best mogelijke onderwijs voor elke leerling is voor mij het echte keurmerk van kwalitatief goed onderwijs. In een zeer diverse en snel evoluerende samenleving zijn scholen vandaag meer dan ooit gedwongen voortdurend ‘up to date’ te blijven. Daarom is de grondwettelijke vrijheid van onderwijs ook zo belangrijk. Vrijheid, geen vrijblijvendheid. De overheid bepaalt ‘wat’, zij schept kaders, geeft houvast, voorziet in middelen, geeft een duidelijke richting aan, maar het zijn de individuele scholen die op basis van hun specifieke schoolcontext het ‘hoe’ bepalen. En die context is voor elke school verschillend.

Innovatie mag daarbij nooit een doel op zich zijn, maar moet voor elke school, voor elke leerkracht de kortste weg zijn naar het uiteindelijk doel: het best mogelijke onderwijs bieden voor elke leerling op maat van zijn interesses, talenten en mogelijkheden. Vanuit een sterke visie vrijheid en vertrouwen geven is daarbij essentieel, als overheid aan onderwijsverstrekkers en schoolbesturen, als schoolbesturen aan directies en coördinatoren, als directies aan leerkrachten én leerlingen. Ruimte geven aan de mensen op het veld en hen geen passieve uitvoerders maken van het beleid, maar wel betrokken en gepassioneerde professionals die kritisch reflecteren over de eigen ervaringen, verwachtingen en uitdagingen.

Dat gevoel van verantwoordelijkheid en eigenaarschap over de eigen beroepspraktijk is van cruciaal belang. De boodschap die ik elke leerkracht en schoolleider wil meegeven is dan ook: maak maximaal gebruik van die vrijheid en dat vertrouwen. Laat je door innovatie en inzichten uit wetenschappelijk onderzoek inspireren, maar niet dicteren, laat je door collega’s de weg wijzen, maar niet de les spellen. Wissel ervaringen uit met je collega’s, positieve en negatieve. Luister aandachtig, maar blijf kritisch. Vertrouw op je eigen expertise en laat je leiden door je passies. Deel kennis en werk samen. Probeer en evalueer. En begin vandaag, in je eigen school, in je eigen klas, …

Vanuit een sterke onderwijsvisie vrijheid en vertrouwen geven. Dat is voor mij de beste garantie om de leer- en levenskansen van elk kind te versterken. Dat is voor mij het succesrecept om, zoals de website het mooi verwoordt, ‘wijs te veranderen’. Want onderwijs is niet gemaakt om maatschappelijke veranderingen lijdzaam te ondergaan en zich te conformeren aan de grillen van de markt. Onderwijs heeft als doel de samenleving van de toekomst mee vorm te geven in een richting die voortdurend onderwerp is van een democratisch debat. Het best mogelijke onderwijs voor elk kind is ons gezamenlijk doel, een voortdurende zorgzame onderwijsinnovatie de kortste weg daarheen.