Innoveren kan ook in-the-box

Bert Smits - Onderwijsexpert, voorzitter Mysterie van Onderwijs en Schoolmaker
Bert Smits

Het onderwijs wordt vaak vergeleken met een logge tanker die je slechts met veel moeite en vooral langzaam van koers kan veranderen. Dat klopt als het we het hebben over het onderwijs als systeem en structuur waarvoor er grote hervormingen en lange onderhandelingen nodig zijn.

Gelukkig moeten we niet wachten op hervormingen om te innoveren. Nieuwe dingen bedenken en uitproberen is vandaag in heel wat scholen een normale zaak geworden. Het Vlaamse – en Brusselse onderwijslandschap telt heel wat onderwijsinnovatoren: leerkrachten, directeurs, coördinatoren, ouders, leerlingen en partners die niet wachten op de ideale randvoorwaarden om hun dromen en ideeën te realiseren.

Deze onderwijsinnovatoren benutten maximaal de ruimte die het huidig regelgevend kader hen biedt. En die is behoorlijk groot. Zo bieden de eindtermen een ruim kader waar je als school de vrijheid hebt om er met een eigen pedagogisch project en leerplan vorm aan te geven. De onderwijsinspectie komt vooral nakijken of het leerplan dat scholen zelf – of via hun koepel – hebben gemaakt, wordt nageleefd. Bovendien zijn ook deze diensten aan het evolueren van een louter controlerende, naar een meer adviserende rol. Hun belangrijkste opdracht is om na te gaan of je als school en leerkracht op een doordachte wijze toewerkt naar de beoogde eindtermen.

De vrijheid op het vlak van schoolorganisatie is nog groter. Als school en team bepaal je in grote mate zelf hoe je taken verdeelt en opdrachten oppakt. Het komt vooral neer op het maken van goede afspraken vanuit een gedeelde visie.

De grootste beperking van vrijheid om te innoveren zit vandaag vooral nog in ons hoofd. Ondanks de vele voorbeelden van hoe het wel kan, merk ikzelf toch dat heel wat leerkrachten en directeurs vooral redenen opsommen waarom het niet kan. Zij focussen vooral op de paaltjes en veel minder op de openingen er tussen.

Het vraagt om behendige onderwijsmensen die wendbaar zijn en blijven bewegen om hun doel te bereiken. Met een andere manier van denken waarbij je met kleine stappen en het uitvoeren van concrete experimenten steeds verder komt in het ontwikkelen van een nieuwe aanpak.  

Agile is zo’n denkkader dat uit de IT-wereld komt, maar volgens mij ook heel bruikbaar is in het onderwijs. In de plaats van een klassieke lineaire manier van ‘ontwikkelen’ komt men in zo’n methode veel sneller tot bruikbare kleine oplossingen die al werken.  Kleine oplossingen passen vaak wel in de ruimte tussen de paaltjes. Het invoeren van co-teaching op de hele school lijkt voor velen een onbegonnen klus. Met zoveel hindernissen lijkt het bij voorbaat al dat je enkel maar kan falen. Precies dat maakt dat je er niet aan begint.

Maak het daarom kleiner. Laat bijvoorbeeld één collega met aangrenzende uren één ochtend experimenteren met co-teaching. Het is vaak door iets kleins, maar betekenisvol te doen dat je bijleert en vertrouwen opdoet om een volgende stap te zetten. Voor je het beseft, is de hele school aan het co-teachen en zijn het je collega’s die mee helpen om de paaltjes aan de kant te zetten.

Innovaties beginnen vaak met grote dromen, maar worden gerealiseerd in kleine, betekenisvolle stapjes. Droom dus volop en stel jezelf daarna deze concrete vragen:

  1. Wat zou je, in de wereld waarin we nu leven, dit jaar kunnen doen om dichter bij die droom en dat doel te komen?
  2. Wat kun je daar deze maand aan doen? Deze week?
  3. Wat kan je daar vandaag nog aan doen?

En voor je het weet past de overheid de box waarin je werkt aan de nieuwe realiteit aan…

Bert Smits is pedagoog, onderwijsexpert, voorzitter van het Mysterie van Onderwijs en Schoolmaker.