Hoe maak je van zomerscholen een succes?

Lydwin Bulckens - coördinator zomerscholen
Foto Schoolmakers

De zomer van 2020 zullen we herinneren als een periode waar zomerscholen als paddenstoelen uit de grond schoten. Nog nooit vond er zo een grote mobilisatie plaats binnen het onderwijs en werden er tot ver buiten de scholen partnerschappen gesmeed. Het verhaal van de zomerscholen is hoofdzakelijk positief en dat is te danken aan het feit dat er vooraf goed nagedacht is over succesfactoren. Hieronder een bespreking van de voornaamste factoren.

1. Kader gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek

Effectiviteitsonderzoek vormde het uitgangspunt om te bepalen aan welke voorwaarde zomerscholen moesten voldoen om subsidies te krijgen. Geen buikgevoel dus, maar bewijs van wat werkt, heeft er voor gezorgd dat er een ideaal kader gecreëerd werd om effectief te remediëren of voor te bereiden. Een eerste voorwaarde waardoor zomerscholen zowel voor kinderen als begeleiders een succeservaring waren, waren de kleine klassen. Maximum 14 leerlingen en minimum 7 per klas zorgden ervoor dat de begeleiders de aandacht konden geven die de kinderen nodig hadden. Ook moest er een minimum aan twee begeleiders per klas zijn waarvan minimum 1 met een pedagogische achtergrond wat vele opportuniteiten gaf om inhoudelijk te differentiëren en in te spelen op het welbevinden van de kinderen. Ten derde moest men een combinatie voorzien van spelen en leren. Leertijd en speeltijd afwisselen of integreren blijkt uit wetenschappelijk onderzoek een significante invloed te hebben op de effectiviteit van de zomerscholen. Tot slot moesten de inrichters van de zomerscholen vooraf hun focus bepalen op twee vakgebieden. Die verplichte keuze zorgde ervoor dat de begeleiders gericht kunnen begeleiden en kinderen gericht kunnen werken. Onder deze en nog enkele andere voorwaarde ontvingen de zomerscholen voldoende subsidies om een een kwalitatief aanbod te ontwikkelen.

Een duidelijk kader werd voorzien met daarnaast voldoende vrijheid om te kunnen inspelen op de context. Verschillende regio's krijgen te maken met andere uitdagingen en er was ruimte en vertrouwen om de zomerscholen vorm te geven naargelang de context. Die ruimte hebben sommige ambitieuze organisatoren ook volop benut om veilig te experimenteren met nieuwe methodieken of zelfs volledig out of the box te denken en school te maken op een totaal andere manier. Bijvoorbeeld ver weg van schoolgebouwen, in de natuur of juist in het bedrijfsleven of kunstcentra, spelend leren, geïntegreerd of/en projectmatig. Voor sommigen organisatoren was het een bron van inspiratie die zal doorvloeien naar het regulier onderwijs.

2. Voldoende ondersteuning

Vervolgens voorzagen de provincies Antwerpen, Limburg en Vlaams-brabant in samenwerking met Schoolmakers ondersteuning op verschillende sporen voor zowel coördinatoren/organisatoren als begeleiders/vrijwilligers. Beide groepen konden gebruik maken van een e-course waar verschillende thema's behandeld werden specifiek gericht op de context van de Vlaamse zomerscholen. Door middel van de intervisies waarbij verschillende zomerscholen in contact werden gebracht konden good practices en documenten uitgewisseld worden. Klascement en de websites van de provincies functioneerden als platform om ontwikkelaars van materiaal met zomerscholen en begeleiders in contact te brengen.

3. Samenwerkingsverbanden

Ook samenwerkingsverbanden tussen scholen onderling, academies en allerlei andere organisaties die ontstonden met als enige doel de kinderen die het nodig hadden een duwtje in de rug te geven, waren ongezien. Door slim samen te werken met een gezamenlijke focus blijft iedereen in zijn kracht en dat leidde tot indrukwekkende ervaringen.

De zomerscholen van 2020 waren voor vele kinderen, begeleiders en coördinatoren een onvergetelijke gebeurtenis die voor herhaling vatbaar is. Dat liefst op een nog grotere schaal, want de vraag was vaak groter dan het aanbod. Het duwtje dat de kinderen kregen werd als positief en hoogst noodzakelijk ervaren, maar was vaak niet genoeg. Er zal meer nodig zijn om alle kinderen de ondersteuning te geven die ze nodig hebben.

Ondertussen dromen we van herfst, winter en lentescholen. Maar last but not least mogen we niet vergeten om in ons regulier onderwijs innovaties te blijven stimuleren en ondersteunen.

De provincies Antwerpen, Limburg en Vlaams-Brabant deden een beroep op Schoolmakers om de uitrol en coördinatie van zomerscholen te ondersteunen. Schoolmaker Lydwin Bulckens coördineerde mee het geheel en schreef over haar bevindingen in deze blogpost