Leren leren met een bordspel

“Bij de geïntegreerde proef (gip) in het 7de jaar merkten we dat onze leerlingen niet alle vaardigheden ‘leren leren’ beheersten”, zegt Elise Burny, coördinator dbso in de Gentse secundaire school HTISA. Hoe trek je dat recht? “Door al van in de eerste graad actiever rond leren leren te werken. Met een bordspel.”

Dat bordspel heet ‘Vlucht uit Miyake’. Leraar Elise Burny werkte vorig schooljaar het basisspel uit. Haar collega Luuk Jansen, leraar L.O. en Engels in de tweede en derde graad en pedagoog, zorgde dit schooljaar voor een uitbreidingsdoos met 5 mini-games. 

Katrijn Van Giel

Tegen ongekwalificeerde uitstroom

HTISA maakte hen voor de ontwikkeling enkele uren lesvrij. “Het is geen toeval dat een school als de onze met het gebrek aan vaardigheden ‘leren leren’ aan de slag moet”, verklaart Elise die keuze. “We zijn een nijverheidstechnische school met tso- en bso-richtingen en een heel divers publiek. Ongekwalificeerde uitstroom is een probleem in ons onderwijs. Daarom moeten we onze leerlingen leren leren.”

Tegen de klok

Dat kan met een spel. Het gaat zo: je klas zit aan boord van een vliegtuig en crasht op een Japans eiland. Om voor de nakende vulkaanuitbarsting weer weg te komen, moeten je leerlingen samen problemen analyseren, info onthouden en instructies begrijpen. Alleen zo kunnen ze het vliegtuig repareren.

Met het basisspel ben je snel een namiddag zoet. De 5 mini-games zijn kortere uitdagingen die je regelmatiger kan spelen: identificeer de niet-giftige cactus bijvoorbeeld. Of kraak het cijferslot met rekenopdrachten tegen de klok.

 

Katrijn Van Giel

Niet op een werkblaadje

Wat is er zo uniek aan die spellen? “Veel bestaand materiaal ‘leren leren’ vertrekt vanuit werkblaadjes en staat los van schoolse vaardigheden en vakken”, vertelt Luuk. “In dit spel komt leren leren op een geïntegreerde en actieve manier aan bod. De mini-games zijn telkens aan een leergebied gekoppeld. Zo integreer je leren leren echt in je les en kan je je vak koppelen aan een of meer zelfregulerende vaardigheden. Zoals: je eigen leren plannen, aanpassen en evalueren.”

Samen, niet tegen elkaar

Ook coöperatief leren vinden de ontwikkelaars belangrijk. Elise: “Leerlingen moeten samenwerken in plaats van het tegen elkaar op te nemen. Het spel heeft ook aandacht voor meertaligheid - we benaderen dat als een positief gegeven- en voor techniek. Dat is het uithangbord van HTISA en zo konden we onze leerlingen actief bij het bedenken betrekken. Ze maakten bijvoorbeeld onderdelen van het vliegtuig dat spelers in het basisspel moeten samenstellen en aan de praat krijgen om van Miyake af te geraken.”

“Als leraren secundair hebben we minder oog voor vaardigheden ‘leren leren’”

Katrijn Van Giel

De brug slaan met de lagere school

Voor het bedenken van het spel werkten Luuk en Elise nauw samen met het basisonderwijs.

Waarom? Luuk: “Zij werken veel aan leren leren. Je ziet er bijvoorbeeld overal timers hangen. Maar eens in het secundair verdwijnt die aandacht voor een groot stuk. Een planning opstellen? Leren inschatten hoeveel tijd je voor een oefening nodig hebt? Dat gebeurt hier nauwelijks. Het vakinhoudelijke primeert. Net als in de lerarenopleiding. En als we dan rond leren leren willen werken, dan vinden we weinig materiaal. Zo zit je in een vicieuze cirkel.”

“Door samen te werken met het basisonderwijs wisten we precies waar de noden lagen en waar we konden inpikken”, zegt Elise. “En we hebben het netwerk van de school vergroot. We kennen graag de leraar en de zorgcoördinator van de school waar onze leerlingen vandaan komen. En elke Gentse basisschool krijgt een exemplaar van het bordspel.”

Dit artikel kwam tot stand in een samenwerking tussen Veranderwijs en Klasse. Klasse is een multimediaal magazine over en voor onderwijs. 

Type locatie:

Comments

Je moet ingelogd zijn om te kunnen reageren