Transformeer je school van binnenuit

Dirk De Boe - EduNext

Op zoek naar transformatieve voorbeelden, bezocht ik vorig jaar heel wat scholen en sprak er met directeuren en leraren die hun school volledig aan het veranderen zijn. Het gemeenschappelijke punt is dat ze allemaal het klassieke systeem hebben verlaten omdat het geen oplossing meer bood voor de uitdagingen waar ze voor stonden.

Een nieuw gewas op een verkeerde voedingsbodem

De fout die we vaak maken, is dat we veranderingen en innovaties proberen te enten op het bestaande systeem zonder het systeem zelf aan te pakken. Met als gevolg dat we vaak een tijdelijke verbetering zien, een terugval of zelfs een achteruitgang. Het klassieke systeem is destijds niet gecreëerd voor de fenomenale uitdagingen waar we momenteel mee te kampen hebben zoals de digitalisering, de 21e eeuwse vaardigheden of superdiversiteit.

Foute energiebalans

In klassieke scholen verbruikt de leraar heel veel energie en de leerlingen heel weinig. Hetzelfde fenomeen doet zich voor bij het ondersteunend personeel dat, nochtans goed opgeleid, meer kan doen dan louter administratieve taken. Maar ook  de energie van de ouders, opvoeders, bedrijven en verenigingen wordt momenteel onderbenut. Als we er in slagen om de energie in en rondom de school te kanaliseren, dan is er veel mogelijk. Laat ons beginnen met de belangrijkste energiebalans: die tussen leerling en leraar.

De leerling centraal … in zijn leerproces

Wil een jongere later in het leven gelukkig en succesvol zijn, dan zal hij meer betrokken moeten worden bij zijn eigen ontwikkeling. Dan zal hij eigenaar moeten worden van zijn eigen leren. Het is als rijden met een auto. In het begin mag de leerling van op de achterbank meerijden. Daarna mag hij voorin als passagier. Dan mag hij het stuur eens aanraken om uiteindelijk onder begeleiding zelf het wiel in handen te nemen. Finaal kan de leerling zelfstandig rijden en zo ook levenslang leren. Om dit te realiseren, moeten we zorgen dat de leerling onderwerp wordt van zijn leren en niet langer lijdend of meewerkend voorwerp.

Allemaal mooi, maar hoe pak je dat aan?

Via het transformatierad, gebaseerd op het curriculaire spinnenweb van Jan van den Akker, kan je nadenken hoe je de leerling in het middelpunt van zijn leerproces kan zetten. Het bevat minstens acht wielen.

Deze wielen zijn niet nieuw. Vaak werken scholen al op een of meerdere wielen afzonderlijk. Het risico is dat we het geheel uit het oog verliezen en dat het ene wiel een ander tegenwerkt.

Systemische benadering

Als een school zich wil transformeren, zal ze aandacht moeten hebben voor elk van de wielen van het transformatierad. De wielen zijn immers allemaal met elkaar verbonden. Stel dat leraren willen co-teachen. Als ze dit doen door enkel met twee voor de klas te staan en voor de rest niets veranderen, dan zal dat niet het gewenste resultaat opleveren. Ze zullen ook moeten werken aan de inrichting van hun klas, nadenken over welke leerstof ze aanbieden en welke werkvormen ze gaan gebruiken. Ze zullen anders moeten gaan evalueren en de leertijd wellicht anders indelen. En het vergt een andere organisatie, wellicht ook ander leermateriaal en hulp van het netwerk. Wat opvalt in gesprekken met innovatieve directeuren en leraren is dat ze allen aan deze wielen bezig zijn zonder dat ze het transformatierad al kenden. Het rad lijkt voor een school een natuurlijke manier om zich te transformeren.

Patronen durven doorbreken

Om het transformatierad in beweging te krijgen, zal het schoolteam afremmende patronen moeten durven doorbreken. In elk van de wielen van het rad zitten immers gewoontes zoals het leren in vakken, frontaal lesgeven, toetsen, lestijden van 50 minuten, klaslokalen met busopstellingen of het volgen van de handboeken van de uitgeverij. Het zal er op aan komen om voor elk van de wielen alternatieven te ontwikkelen die de leerling in het middelpunt van zijn leerproces plaatsen en die elkaar versterken. Om patronen te leren doorbreken, kan je starten met het doorbreken van kleine patronen zoals bijvoorbeeld het belsignaal.

Denk groot, begin klein.

Als een school er aan wil beginnen, dan kan ze dat. Er is voldoende vrijheid om het te doen. Je kan klein beginnen zoals de transformatie doorvoeren in één klas om daarna andere klassen aan te pakken. Je kan het ook direct in de ganse school doorvoeren waarbij je stap voor stap elementen uit het transformatierad toevoegt. Zo zou je bijvoorbeeld al kunnen werken aan de leeromgeving, de organisatie, de leerinhouden en de leervorm terwijl je de evaluatie, het netwerk en het leermateriaal in een latere fase bekijkt.

Naar een nieuwe maatschappij

Willen we over tien jaar een nieuwe maatschappij hebben, dan moet het onderwijs vandaag anders. En daarbij hebben we iedereen nodig. Directeuren die de wind van verandering door hun school laten blazen en die zelf het voorbeeld geven. Leraren die niet altijd op het podium willen staan maar die ook leerlingen coachen en hun talenten helpen ontwikkelen. Ouders die actief begaan en betrokken zijn bij het onderwijs van hun kinderen. Bedrijven en verenigingen die een tandem vormen met de school. En niet in het minst de leerlingen zelf die actief op zoek gaan naar hun levens- en loopbaankompas en die regisseur worden van hun eigen leren.

Wil je hier meer over weten? Lees dan het boek: 'Transformeer je school van binnenuit' of kom naar één van de twee interactieve sessies in Leuven of Brussel.